12 fotografie tips, voor als je gaat “Beelderiseren’’.
Beelderiseren is een woordspeling waarmee ik wil aangeven dat het gaat over iets “in beeld brengen, krijgen of houden’’.
Nu de vakantietijd er is, heb je misschien eens tijd om wat beter stil te staan bij het leren kennen van je camera. Maar stel je zelf ook de vraag, weet ik waar ik mee bezig ben tijdens het fotograferen. 12 dagen achter elkaar deel ik een tip. Meer willen weten wat wij doen?
Kijk dan eens verder op de site.
TIP:
1. Wat weet je van je camera
Heb je je dit wel eens afgevraagd; maar ook welke mogelijkheden heeft mijn camera! Weet je waar de verschillende knopjes voor dienen en wat er in de menu’s zoal ingesteld kan worden. Neem je handleiding eens mee en begin al lezend, eens te experimenteren. Als snel zul je ontdekken dat er altijd zaken zijn die nieuw voor je zijn. Eén van de eerste dingen zet de Jpeg resolutie zo hoog mogelijk. Het neemt extra ruimte op het kaartje, maar zo kun je de foto’s wel groot afdrukken, wanneer je dat zou willen! Mocht je (ooit) foto’s willen/gaan bewerken, stel dan de camera ook in op opslaan in RAW, maar laat ook Jpeg aan staan. Zo kun je in ieder geval snel over foto’s beschikken zonder ze eerst te hoeven bewerken. In RAW is tijdens na bewerken zoveel meer mogelijk. Wil je dit ooit gaan doen, dan zijn je opnames hiervoor alvast geschikt.
TIP: 2. Goed om te gebruiken
Gebruik een zonnekap als die bij de camera zit, ook zijn deze er vaak los wel bij te kopen.
De kap voorkomt rare vlekken in je beeld, maar ook beschermd het je lens/glas tegen beschadigingen. Ook een UV filter is geen overbodige luxe, bovendien wordt hierdoor je kwetsbare glas van je lens extra beschermd.
Meestal zit er standaard een riem aan je camera welke je om je nek kunt doen om zo de camera bij je te dragen. Mocht je veel moeten lopen met de camera, dan is een riem die diagonaal over je lichaam gedragen kan worden een uitkomst. Het neemt veel gewicht weg van je nek.
TIP: 3. Checken en doen
Zorg voor een volle accu en een lege geheugenkaart en neem eventueel een reserve accu en/of kaartje mee! Het zal je maar gebeuren dat je een uniek moment niet op de foto kunt zetten vanwege een lege accu. Of dat je kostbare tijd verspilt omdat je eerst foto’s van je kaartje moet wissen om weer ruimte te maken voor nieuwe foto’s. Vaak is het fotomoment dan al voorbij. Ik weet dit uit ervaring, het is mij zelf ook een paar keer overkomen.
TIP: 4. Neem de tijd
Tegenwoordig met digitale camera’s maak je vele foto’s, je hoeft immers niet meer je kostbare foto’s te ontwikkelen. Vroeger ging hier een hoop geld in zitten en dacht je wel na als je een extra foto maakte. Ook met de mobiele telefoon knippen we maar raak.
Veelal hoor je, als ik veel foto’s maak zit er altijd wel een goede tussen. Maar neem eens wat meer tijd om een foto te maken. Kijk rustig naar de compositie. Wat zet je op de voorgrond en/of op de achtergrond. Staat er net een (lelijke) vracht/wagen in het beeld. Wacht dan tot de vracht/wagen weg is of ga op een andere plek staan. Kijk bij het maken van een portret ook goed naar de positie van de persoon. Staat er bijvoorbeeld geen verkeersbord of iets anders achter de persoon. Het is dan net of die paal of dat bord uit het hoofd komt van het model. Los dit op door zelf een andere positie in te nemen zodat het achter de persoon wegdraait.
TIP: 5. Compositie
Met andere woorden waar plaats ik wat in de foto. Een handige vuistregel is, ‘’de regel van derden’’. Deze regel is er om een foto aansprekender te maken. Een kijker verwacht bepaalde dingen op een logische plaats. Door alles goed te kaderen bij het maken van een foto, krijg je een heel andere foto dan gemiddeld en zul je zien dat de foto veel meer uitnodigt om naar te kijken. Ook zul je meer reacties krijgen van, “wauw wat een mooi plaatje”.
De meeste camera’s kunnen tegenwoordig in de zoeker of op het scherm een aantal rasters laten zien, veelal negen gelijke vlakken met twee horizontale en twee verticale lijnen. Probeer dat wat het belangrijkste voor je is in één van de vier kruispunten van deze lijnen te laten vallen. Plaats bijvoorbeeld een persoon niet in het midden maar op 1/3 van de foto en met de kijkrichting naar het 2/3 deel. Of een horizon niet in het midden maar 1/3 van de foto.
TIP: 6. Standaardinstellingen
Gebruik niet alleen de automatische instelling van het fototoestel maar stel het toestel eens in op bijv. portret of landschapsfotografie. De camera stelt een aantal zaken zelf in zodat het resultaat voor je gevoel beter klopt, of te wel, dichter bij komt zoals wij het daadwerkelijk zien.
TIP: 7. Scherpstellen
De camera zal meestal in het midden scherpstellen. Vaak zie je in je zoeker, een aantal blokjes verschijnen. Hierdoor komt de nadruk in de foto te liggen op iets wat je misschien helemaal niet wilt. Je hoofdonderwerp staat dan steeds in het midden van de foto. (Denk nog even aan tip 5, de compositie) Een simpele oplossing hiervoor is: stel scherp door de ontspanknop half in te drukken, houd die ontspanknop half ingedrukt zonder van je plaats weg te lopen, maar draai een beetje of ga door je hurken of juist iets omhoog. Als de compositie is zoals jij die wilt, druk dan pas de ontspanknop helemaal in en maak de foto.
TIP: 8. Poseren
Vaak is het moeilijk om personen te laten poseren, het leidt nog al eens tot onnatuurlijk gedrag. Probeer daarom eens om ze te fotograferen zonder dat ze het doorhebben. De foto komt dan spontaner over en ziet er ongedwongener uit.
Als je een telelens hebt, gebruik die dan, hierdoor bereik je dat je achtergrond meer vervaagd tijdens het inzomen. Doordat het model dan het scherps is wat op de foto te zien is, weten we direct waar het om draait. Men noemt dit ook wel spelen met scherpte diepte.
Als je een persoon wel wilt laten poseren maar hij of zij voelt zich ongemakkelijk voor de lens, laat het model dan wegkijken van de lens. Hierdoor creëer je hetzelfde effect als bij fotograferen zonder dat ze het doorhebben
TIP: 9. Scherpte/diepte
Bij landschapsfotografie kan een foto interessant zijn als een boom of ander landschapselement scherp is en de achtergrond vaag. Door een boom bijvoorbeeld wat vooraan te zetten op 1/3 of juist helemaal tegen de zijkant creëer je meer diepte in een foto.
Om de achtergrond vervagen is het makkelijkst om scherp testellen op iets wat redelijk vooraan staat. Door in te zoomen op het item help het mee om de achtergrond onscherper te maken. Door zelf wat achteruit te lopen creëer je meer ruimte om in te zoomen.
TIP: 10. Licht
Op zeer zonnige dagen is het licht eigenlijk te hard, wat er voor zorgt dat alle kleuren al snel uitgebeten worden. Zo tussen 11 en 15 uur is dit verkeerde licht het sterkst. Bij foto’s die je rond dit tijdstip maakt, zie je harde schaduwen, uitgebleekte-witte of overbelichte luchten, maar ook dichtgeknepen ogen als er personen bij opkomen. Dat is meestal niet wat je wilt.
Probeer zo te fotograferen dat bij voorkeur het licht van opzij komt, in ieder geval nooit tegen de zon in of dat je model tegen de zon in kijkt. Bij landschapsfotografie kan het licht rond zonsopgang en zonsondergang een voordeel zijn. Het licht is dan zacht en mooi blauw, geel of rood van kleur. Het welbekende blauwe of gouden uurtje.
TIP: 11. Positie/standpunt
Fotografeer eens van een veelal ongewone positie. Ga eens laag bij de grond met de camera of juist hoger, boven iets uit stijgen. Wanneer je kinderen gaat fotograferen, ga zelf eens op ooghoogte zitten. Dieren fotograferen? probeer eens plat op je buik fotograferen. Je zult zien dat vele dingen ineens anders lijken op de foto. Je voorkomt hiermee direct dat het geen standaard foto meer is.
TIP: 12. Creatief, jij bepaalt
Meer baas over de instellingen en resultaten, stel het diafragma, sluitertijd en ISO eens handmatig in en gebruik je creativiteit. Witbalans zorgt voor natuurlijkere kleuren. Bij deze instelling geldt, blijf oefenen en het zal steeds beter gaan. Als je dit één keer onder de knie hebt, zal je versteld staan van je eigen foto’s.
Door te spelen met de drie genoemde instellingen kun je zoveel meer uit je foto’s halen. Denk hierbij aan scherpte, diepte, bevriezing van bewegend beeld of juist dat er beweging van een onderwerp te zien is. Door de juiste witbalans in te stellen zorg je ervoor dat de kleuren worden zoals ze horen te zijn. Vaak zijn foto’s te rood of te blauw. Denk maar eens aan sneeuw fotograferen, op vele foto’s zie je dat de sneeuw blauw is. Door de juiste witbalans te kiezen, kun je dit een heel stuk voorkomen.
Mocht je nog vragen hebben of ben je hulp nodig, neem contact op met Peter.
Je hobby/werk word zoveel leuker als je weet wat je doet en dat je controle hebt over de instellingen.